Overzicht kerken

Om een overzicht van kerken te krijgen en in grote lijnen in kaart te brengen, volgen we de ontwikkelingen in diverse perioden van de kerkgeschiedenis, zetten bij elke periode de kerkgenootschappen die toen ontstonden en trekken telkens een lijn naar vandaag met enkele praktische gegevens.

Overigens is het overzicht van kerken niet compleet. Niet alle groeperingen konden in dit korte bestek behandeld worden, al passeren de belangrijkste zeker de revue. Ook volstaan we per kerk of stroming met enkele korte aanduidingen, die uiteraard geen volledig beeld geven.

Rooms-Katholieke Kerk

Er is in de Middeleeuwen één kerk: de Rooms-Katholieke. De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland en de Oud-Katholieke Kerk in Nederland zijn hier beide de voortzetting van.

Er zijn wel onderstromen binnen die ene kerk. In Nederland is te denken aan:

  • de Moderne Devotie (14e eeuw) met figuren als Geert Groote en Thomas à Kempis (‘De navolging van Christus’)
  • Desiderius Erasmus en het door hem gestempelde ‘Bijbels Humanisme’.

De Moderne Devotie heeft invloed gehad op piëtistische stromingen (nadruk op persoonlijke vroomheid, zie onder 17e en 18e eeeuw). Ze heeft de Reformatie in Nederland mede voorbereid. Het Erasmiaanse christendom is terug te vinden in vrijzinnige groeperingen als Doopsgezinden, Remonstranten, Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB en Vrijzinnige Protestanten. Kenmerken: ondogmatisch, bijbels georiënteerd, kritisch tegenover kerkelijke instituten. Moderne Devotie en Erasmianisme zijn te zien als spirituele vruchten van Nederlandse bodem.

16e eeuw Reformatie

Luther

In 1517 slaat Luther 95 stellingen aan de slotkapel van Wittenberg. Andere kerkhervormers: Calvijn (Genève), Zwingli (Zürich), Menno Simons (de enige Nederlandse kerkhervormer, Witmarsum). De totale groep heet protestanten naar het Latijnse protestari (=getuigen). In Nederland in overgrote meerderheid van calvinistische aard qua geloofsbelijdenis en kerkorde.

Lutheranen

De eerste groep protestanten in Nederland (Jan de Bakker, eerste Nederlandse martelaar, 1525). Behoorde als kleine kerk met veel Duitse immigranten tot 1795 tot de dissenters (oogluikend toegestaan). Internationaal georiënteerd, nadruk op liturgie en kerkmuziek, oecumenisch, tamelijk orthodox. In totaal 54 gemeenten vnl. in de steden, Amsterdam verreweg het grootst, ca. 15.000 leden. Thans gefuseerd met Nederlandse Hervormde Kerk en Gereformeerde Kerken in Nederland tot Protestantse Kerk in Nederland. Heeft daarbinnen een status aparte: eigen gemeenten, eigen synode. Ook verbonden met internationale lutherse verbanden.

Calvinisten

Belangrijkste groep protestanten, kreeg het heft in handen door verzetshouding in de oorlog tegen Spanje en sterke organisatie. Constitueerde zich op de synode van Dordrecht 1618-1619. Als Gereformeerde Kerk tot aan de Franse tijd de staatskerk, bleef dit min of meer vanaf 1815 onder de naam Nederlandse Hervormde Kerk (zie verder 19e eeuw). In de 17e en 18e eeuw betekende Gereformeerd Hervormd (en omgekeerd). Vandaar nu nog de benaming Gereformeerde Bond voor een verband van orthodoxe hervormde gemeenten. Door kerkscheuringen in de 19e en 20e eeuw (zie aldaar) versplinterde de gereformeerde (calvinistische) beweging.

Remonstrantse Broederschap

In 1619 na de Synode van Dordrecht (die de remonstranten veroordeelde) ontstaan. Noemt zich nadrukkelijk vrijzinnig. Geen geloofsbelijdenis, wel een beginselverklaring die als richtlijn kan dienen. Nadruk op het geloof als antwoord op levensvragen, op vrijheid en verantwoordelijkheid, en op het leggen van verbindingen tussen religie en cultuur en tussen religies onderling. Cultureel en intellectueel ingesteld. Oecumenisch. Is voornamelijk in de grote steden aanwezig.

Oudkatholieke Kerk

Ontstaan in 1723 als gevolg van een schisma na afzetting door Rome van de door het kapittel van Utrecht benoemde bisschop. Omvat enige tientallen parochies vnl. in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Baseert zich op de oude christelijke kerk van de eerste tien eeuwen, maar wil niet ‘oud’ zijn in de zin van ouderwets. Kent gehuwde priesters en vrouwelijke priesters. Oecumenisch georiënteerd, heeft een officiële band met de Anglicaanse Kerk en de Russisch-orthodoxe Kerk. Is verbonden met andere oudkatholieke kerken in diverse landen (‘Unie van Utrecht’).

Christelijke Gereformeerde Kerken

Ontstaan uit de Afscheiding van 1834. In 1892 voegde zich een aantal christelijke gereformeerde kerken bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Een ander deel ging als Christelijke Gereformeerde Kerken zelfstandig verder. Orthodox, maar ook bevindelijk. Streeft naar samenwerking met Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en Nederlands Gereformeerde Kerken, maar afgezien van enkele samenwerkingsgemeenten komt dit weinig van de grond. Verschil in cultuur speelt hierbij een grote rol.

Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika

Eveneens uit de Afscheiding voortgekomen. Een deel van de Afgescheidenen weigerde zich bij de overheid als kerk te laten inschrijven en had ook een andere visie op ‘het welmenend aanbod van genade’. Sterke nadruk op de gedachte dat geloof (en bekering) een gave van God is. In 1907 als kerkgenootschap ontstaan door samengaan met enkele Vrije Gereformeerde Gemeenten en de zogenaamde Ledeboeriaanse gemeenten (Ledeboer: 1841 als hervormd predikant geschorst omdat hij zich verzette tegen de kerkelijke reglementen, de kerkelijke organisatie en het zingen van gezangen). Concentratie van kerken in Zeeland en Zuid-Holland, op de Veluwe en in Overijssel (Rijssen). In maatschappelijk opzicht zijn de Gereformeerde Gemeenten na 1945 actief geworden.

Reformatorische kerken

De Christelijke Gereformeerde Kerken (gedeeltelijk), de Gereformeerde Gemeenten en de in 1953 daaruit voortgekomen Gereformeerde Gemeenten in Nederland kunnen samen met een deel van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Hersteld Hervormde Kerk (‘gekrookte-rieters’) en de Oudgereformeerde Gemeenten gerekend worden tot de bevindelijk-gereformeerde stroming in het protestantisme.

Men spreekt ook wel over de reformatorische stroming (Reformatorisch Dagblad, reformatorische scholen, SGP etc.). Verschillen zitten o.m. in de ‘zwaarte’ van de prediking, de levensstijl, maatschappelijke activiteiten en bereidheid tot samenwerking met anderen.

Unie van Baptistengemeenten

In 1881 als kerkgenootschap ontstaan door samenvoeging van zelfstandige baptistengemeenten, waarvan het eigenlijke begin lag in 1845 (gemeentestichting in Gasselternijveen onder leiding van ds. J.E. Feisser, die in 1843 als hervormd predikant was afgezet omdat hij geen kinderen wilde dopen en niet met ‘onbekeerden’ avondmaal wilde vieren). Het meest opvallende kernmerk is de doop op belijdenis met een daarmee samenhangende gemeentevisie. Veel aandacht voor gemeenteopbouw en zending en evangelisatie.

overzicht kerken

Lang niet alle baptistengemeenten in Nederland behoren tot de Unie; sommige behoren tot de Broederschap van Baptistengemeenten of zijn ‘vrije’ (=zelfstandige) baptistengemeente.

De baptisten kunnen net als de vrije evangelischen getypeerd worden als ‘vrolijk orthodox’. Ze kennen geen belijdenisgeschrift, maar wel een grondslag die inhoudt dat de leden Jezus als Zaligmaker erkennen en op die basis zijn gedoopt. De gemeenten zijn autonoom.

Bond van Vrije Evangelische Gemeenten

Eveneens in 1881 ontstaan uit afscheidingen van de Nederlandse Hervormde Kerk. Sommige voorgangers sloten zich aanvankelijk aan bij de Afgescheidenen, maar stoorden zich aan de calvinistische stijl en kozen voor een meer evangelische richting. Van oudsher een opwekkingsbeweging die de Bijbel als enige bron van het geloof zag en daarom vrij stond tegenover belijdenisgeschriften. In de vrije evangelische gemeenten heerst een nieuwtestamentische sfeer, waarbij men eschatologisch (studie naar het einde van de wereld), is gericht. De Maranatha boodschap heeft er vanouds veel aandacht, maar dit is nog maar in een deel van de gemeenten het geval. Er ligt veel nadruk op het persoonlijke geloof, een persoonlijke geloofsbelijdenis en een hechte gemeenschap van gelovigen. De gemeenten zijn autonoom en er is ook in de liturgie veel vrijheid. De Bond is oecumenisch ingesteld en onderhoudt met de PKN vrij veel contact.

Een aantal vrije evangelische gemeenten is niet bij de Bond aangesloten vanwege bezwaren tegen de oecumenische koers. Het gaat hier dus om ‘vrije vrije evangelische gemeenten’.

Gereformeerde Kerken in Nederland

In 1886 ontstaan uit de zgn. Doleantie onder leiding van Abraham Kuyper. Het bestuursreglement van de Nederlandse Hervormde Kerk uit 1815 hield in dat de kerkelijke besturen zich niet over de leer konden uitspreken. Dit leidde tot kerkelijke strijd over allerlei kwesties en strijd voor wat kerkherstel of kerkopbouw of reorganisatie werd genoemd. In 1864 werd de Confessionele Vereniging opgericht (thans nog steeds actief binnen de PKN), in 1905 de Gereformeerde Bond (idem). Uiteindelijk leidde die strijd tot de hervormde kerkorde van 1951 en op veel plaatsen tot meer samenwerking tussen de diverse richtingen.

De onvrede over de situatie in de Hervormde Kerk, die feitelijk vrij baan gaf aan vrijzinnigheid en leervrijheid, leidde in de 19e eeuw tot een serie uittochten van orthodoxen. De Afscheiding van 1834 werd al genoemd. In 1886 volgde de Doleantie (doleantie=treurnis) met een veel grotere groep, die zich in 1892 verenigde met een deel der Afgescheidenen. In de Doleantie speelde de emancipatie van de ‘kleine luyden’ een grotere rol en ze was ook sterk maatschappelijk gericht via een groot aantal organisaties op allerlei terreinen. De invloed daarvan is zowel te vinden binnen de Protestantse Kerk in Nederland wat het gereformeerde aandeel betreft als binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken.

In 2004 fuseerden de Gereformeerde Kerken in Nederland samen met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk tot de Protestantse Kerk in Nederland (zie aldaar).

Gereformeerde Kerken vrijgemaakt

Met de kerkscheuring van 1944 uit de Gereformeerde Kerken in Nederland waaruit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn voortgekomen. Leergeschillen over doop en verbond en kerkrechtelijke verschillen over de bevoegdheid van de synode om bepaalde opvattingen dwingend op te leggen leidden tot een kerkformatie met een oververtegenwoordiging van Noord- en Oost Nederland (ruim de helft van de leden woont in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel). Soms worden deze kerken ook nog wel ‘artikel 31’ genoemd, een verwijzing naar artikel 31 van de Dordtsche Kerkenorde.

overzicht kerken

De vrijgemaakten kunnen als orthodox-gereformeerd worden bestempeld, met een rationele inslag en ook sterk gericht op maatschappelijke activiteiten. De eigen organisaties die na de Vrijmaking in het leven werden geroepen zijn in de loop der jaren opener geworden voor participatie vanuit andere kerken, zoals trouwens in het algemeen de openheid voor andere opvattingen is gegroeid. Op een aantal plaatsen is samenwerking ontstaan met christelijke gereformeerden en Nederlands gereformeerden.

In 2004 ontstond een breuk binnen deze kerken in verband met bezwaren tegen sommige synodebesluiten. De zgn. Voortgezette Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (‘nieuwe vrijgemaakten’) tellen negen gemeenten met 1500 leden. In 2023 zijn de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gefuseerd met de Nederlands Gereformeerden tot de Nederlandse Gereformeerde kerken. De Nederlandse Gereformeerde Kerken (afgekort NGK) worden gevormd door ongeveer 320 plaatselijke kerken.

Nederlands gereformeerde kerken

In 1967 ontstaan uit een twist binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De achtergrond was een verschil van mening over de wenselijkheid gesprekken aan te gaan met de Gereformeerde Kerken synodaal. Aanvankelijk ‘buiten verbanders’ genoemd, heten deze kerken sinds 1979 Nederlands gereformeerd. De Nederlands gereformeerden kennen vanuit hun afkeer van synodale bemoeienissen een tamelijk grote zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten en noemen zich ook wel evangelisch-gereformeerd. In een aantal plaatsen is er volledige samenwerking met de christelijke gereformeerden. Verder wordt samengewerkt op het gebied van kanselruil, theologieopleiding en gezamenlijke diensten. De meeste van deze kerken bevinden zich in Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland. In 2023 is dit kerkgenootschap met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gefuseerd.

Gereformeerde Gemeenten in Nederland

In 1953 ontstaan als afscheiding van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika. Kerngeschil was de leer der uitverkiezing: dr. C. Steenblok en anderen kwamen in verzet tegen de naar hun mening oppervlakkige leer in de gemeenten, waarna afzetting volgde. Zitten globaal genomen in dezelfde streken als de kerken waaruit zij voortkwamen (Zeeland, Zuid-Holland, Gelderland, Overijssel). Er zijn slechts een paar predikanten in deze gemeenten werkzaam. Actief op een aantal gebieden (onderwijs, zorg, zending, diaconaat, bijbelwerk), maar in het algemeen vrij sterk naar binnen gericht.

Evangelische kerken en pinksterkerken

De evangelische beweging met haar nadruk op persoonlijke bekering, geloof in Jezus Christus als Zaligmaker, dienst der genezing, toekomstverwachting, het werk van de Heilige Geest, evangelisatie, is vrij breed. Ze is zeker voor de helft te vinden in de zgn. gevestigde kerken, deels binnen het kader van de charismatische vernieuwing. In kerkelijke zin kan men naast de gevestigde kerken evangelische gemeenten, (volle)evangeliegemeenten, pinkstergemeenten, baptistengemeenten en dergelijke onderscheiden. Ze zijn vaak naast de kerken of in reactie op de kerken ontstaan en zijn voor een deel nog altijd antikerkelijk. Als geheel is de evangelische beweging, voor een belangrijk dankzij de overkomst van leden van traditionele kerken die hun eigen kerk niet evangelisch of niet orthodox genoeg vinden, in opmars.

Je kunt onderscheid maken tussen de oudere bewegingen (Leger des Heils, de baptistengemeenten, de vrije evangelische gemeenten en de evangelische broedergemeenten oftewel Hernhutters) en de latere bewegingen, die ontstonden na het grote Pinksterrevival onder Amerikaanse negers in 1906. En bij de laatste is er weer verschil tussen de gemeenten die voor de oorlog ontstonden uit het werk van de evangelist G.R. Polman en die zich in 1943 verenigden in de Broederschap van Pinkstergemeenten, en naoorlogse groeperingen met uiteenlopende verbanden en namen als de Bethel Pinksterkerk, Volle Evangelie Bethel Kerk, Volle Evangelie Gemeenten, Parousia gemeenten, Filadelfia gemeenten enzovoort.

Een deel van de gemeenten heeft zich aangesloten bij de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE, 20.000 leden). De totale groep kan inclusief baptisten, vrije evangelischen, Leger des Heils en Evangelische Broedergemeente worden geschat op ca. 130.000 personen.

Protestantse Kerk in Nederland

Na een zeer lange voorbereiding – eigenlijk was de start van het fusieproces al in 1961 met de oproep van ‘De Achttien’ – fuseerden de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in 2004 tot de Protestantse Kerk in Nederland. Een flink deel van de hervormde gemeenten van Geref. Bondssignatuur en gemeenten rond het blad ‘Het Gekrookte Riet’ bleef erbuiten en groepeerde zich als Hersteld Hervormde Kerk (circa 123 gemeenten). Enkele gereformeerde kerken gingen ook niet mee en vormen nu de Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN) met circa 3000 leden.

overzicht kerken

Binnen de PKN onderscheidt men protestantse gemeenten (=gefuseerde gemeenten), hervormde gemeenten, gereformeerde kerken en lutherse gemeenten. Elke gemeente kan zelf zijn plaats en eventuele samenwerking met een andere gemeente bepalen. Van de PKN-gemeenten is bijna de helft hervormd, bijna een kwart gereformeerd en een derde protestants.

Er zijn 54 lutherse gemeenten. In totaal telt de PKN ca. 1,5 miljoen leden. Vanuit de ‘oude’ situaties zijn er in de PKN diverse organisaties werkzaam die ieder een deel van de gemeenten vertegenwoordigen en verenigen: de Gereformeerde Bond, de Confessionele Vereniging, het Confessioneel Gereformeerd Beraad, de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten en het Evangelisch Werkverband, dat het evangelisch ‘gedachtegoed’ wil verbreiden en gemeenteopbouw wil ontwikkelen.

De PKN is relatief sterk vertegenwoordigd in Noord- en Oost Nederland, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.

Overzicht kerken

Als we het hele verhaal nog eens samenvatten en dan kerkelijk Nederland bezien als een veelstromenland – wat niet hetzelfde is als een verzameling kerkgenootschappen – kunnen we vijf hoofdstromen onderscheiden:

  • Rooms-Katholieke Kerk     
  • Protestantse Kerk in Nederland Voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk (16e , 17e en 18e en 19e eeuw), de Gereformeerde Kerken in Nederland (19e eeuw) en de Evangelisch-Lutherse Kerk (16e eeuw).
  • Vrijzinnig-protestantse kerken
    • Doopsgezinden (16e eeuw)
    • Remonstranten (17e en 18e eeuw)
    • Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB (19e eeuw)
  • Orthodox-protestantse kerken
    • Nedelandse Gereformeerde Kerken
    • Voortgezette Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
    • Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
    • Christelijke Gereformeerde Kerken
    • Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika
    • Gereformeerde Gemeenten in Nederland
    • (Vrije) Oud-Gereformeerde Gemeenten
    • Gereformeerde Gemeenten buiten verband
    • Hersteld Hervormde Kerk
  • Evangelische kerken
    • Pinkstergemeenten
    • (Volle) Evangeli(sch)e Gemeenten
    • Vrije Evangelische Gemeenten
    • Baptistengemeenten (‘Unie’ en ‘vrij’)
    • Evangelische Broedergemeente
    • Leger des Heils
    • Noorse Broeders

Verder zijn er nog kleinere kerkgenootschappen in Nederland actief zoals:

  • Anglicaanse Kerk
  • Jehovah’s Getuigen
  • Molukse Evangelische Kerk
  • Oosters-Orthodoxe Kerken
  • Apostolisch Genootschap
  • Nieuw-Apostolische Kerk
  • Mormonen
  • Oud-Katholieke Kerk
  • Zevendedags Adventisten
  • Vrij-Katholieke Kerk

Delen van de Protestantse Kerk in Nederland zijn te rekenen tot de hoofdgroepen 3, 4 en 5 (respectievelijk Vereniging van Vrijzinnige Protestanten, Gereformeerde Bond/ Confessionele Vereniging en Evangelisch Werkverband binnen de PKN).

Klik hier voor een actueel overzicht van kerken en de aantallen per kerkgenootschap.